Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, Ik zal verbreken [116]Elams boog, het [117]voornaamste van hunlieder geweld. 116. Dat is, der Elamieten, alzo in het volgende. Vergelijk Jes.22:6. 117. Of, het beginsel; dat is, waarin hun voornaamste krijgsmacht bestaat, of waardoor zij begonnen hebben machtig te worden, te weten dat zij kloeke boogschutters waren. Sommigen menen dat zij daarom ook, nevens andere volken, van Nebukadnezar in zijne heirkracht tegen Juda en Jeruzalem gebruikt zijn, en Gods volk zeer getiranniseerd hebben, en dat dit daarom hier tegen hen geprofeteerd is, gelijk zij ook de Tyriers gediend hebben, Ezech.27:10. Doch wanneer deze profetie vervuld is, daarvan is verscheiden gevoelen. Sommigen menen dat het geschied is door de Schytische volken, omtrent dien tijd als Nebukadnezar overal bezig was om Juda en andere volken te overmeesteren, en voorts daarna; zie Ezech.38:2. Anderen, dat het is vervuld als Alexander de Grote den koning van Perzie overwonnen en de monarchie aan zich gebracht had, en voorts na zijnen dood. Het is altoos zeker, dat zij de waarheid dezer profetie verscheidenlijk hebben ondervonden.